• Schone oren zonder korsten en overmatig veel zwarte oorsmeer.
• Een mooi aansluitend gebit. Een over- of onderbeet kan leiden tot gebitsafwijkingen.
• Heldere schone ogen zonder uitvloeiing.
• Een schone neus zonder uitvloeiing.
• Een schone aangesloten glanzende vacht zonder overmatige schilfering en zonder vlooien en vlooienpoepjes (kleine zwarte “zandkorreltjes”).
• Een schone achterhand, een achterhand met korsten kan een aanwijzing zijn voor diarree.
• Magere pups met bolle buiken hebben vaak veel wormen.